De 73-jarige Manolo leidt een eenvoudig bestaan in het zuiden van Spanje. Sinds zijn pensioen wandelt hij samen met beste vrienden, zijn ezel Gorrión en zijn hond Zafrana, door de natuur terwijl hij met de dieren praat, gedichten voordraagt, de tango zingt en Engels leert via zijn koptelefoon. Maar hij is ook een eigentijdse Don Quichot, een romanticus met grootse dromen. Tegen het advies van zijn dokter in jaagt hij zijn droom na, een trektocht door Amerika samen met Gorrión, zijn Sancho Panza. Zijn ambitie krijgt weinig bijval van anderen. Op het reisbureau nemen ze zijn plannen niet serieus, zijn dochter is vooral bezorgd vanwege zijn slechte gezondheid en ook Gorrión, die niet van water, bruggen en schepen houdt, heeft zo zijn bedenkingen. Manolo is echter vastbesloten zijn droom uit te laten komen.